Bij kortademigheid of adembenauwdheid lijk je niet voldoende te kunnen inademen. Dit ademtekort treedt bij sommigen reeds op na een geringe inspanning, zoals het
opgaan van één trap. Bij anderen treedt ze op zonder enige voorafgaande inspanning.
Door een hoge basisspanning op je ademhalingsspieren kan je adempatroon zo hoog en oppervlakkig worden dat je een tekort aan lucht ervaart, ook al zijn je longen perfect gezond.